Allereerst neemt Erwin ons mee naar de computer. Hij heeft de website geactualiseerd en de teller geplaatst. Leuk, kunnen we zien hoe vaak onze website, http://flits.wolweb.nl, wordt bezocht.

De wedstrijd / de jurering

Voor een ieders duidelijkheid neemt Erwin de wedstrijdbepalingen nog eens met ons door.

  • De jury bestaat uit Erwin en Marja.
  • Alle leden mogen maximaal 3 foto’s inleveren voor de wedstrijd.
  • Op deze foto’s wordt niet vermeld van wie ze zijn.
  • Het is niet de bedoeling dat de leden van tevoren hun foto’s aan de juryleden laten zien.
  • De afmeting van de foto moet op de '20-lijn' zitten, minimaal 1 zijde van de foto is dus 20 centimeter lang. (bv. 20 x 20 of 20 x 30).
  • In het totaal kun je met je foto 30 punten verdienen:
    • 10 punten voor de techniek
    • 10 punten voor de presentatie
    • 10 punten voor de creativiteit
  • Er zijn 3 prijzen te winnen, een eerste, tweede en derde prijs.
  • Ieder lid kan maar één prijs winnen, je kunt dus niet 1 e, 2e en 3e worden.
  • Iedere ingeleverde foto wordt door de jury voorzien van een certificaat met daarop de puntentelling en een begeleidend schrijven.
  • Degene die de eerste prijs heeft gewonnen, krijgt de felbegeerde wisselbeker voor 1 jaar in zijn bezit. En wie wil dat nou niet!!!

Ideetje?

Erwin heeft een cursus digitale fotografie ontwikkeld, die hij wel aan ons wil presenteren. Dit neemt waarschijnlijk 4 á 5 avonden in beslag en is dus niet in te passen in ons huidige programma. Misschien volgend jaar? Nou, de aanwezigen hebben wel interesse! Plannen maar dus!!!

Bespreken van de SOPfoto's

In oktober zijn een aantal van de leden wezen 'soppen' (SOP = Samen Op Pad). Het thema was paddenstoelen, maar omdat het, zoals altijd als wij een SOP plannen, regende, zijn ze uitgeweken naar een tuincentrum. Vanavond laten ze hun foto’s zien en worden ze besproken.

Maartje vraagt zich af waarom haar foto toch zo onscherp is. Het blijkt dat ze de foto heeft genomen met een sluitertijd van 1/6 seconde. Dat kan wel, maar niet zonder statief. Doe je dit wel, dan wordt de foto onscherp omdat hij bewogen is.

Hiermee komen we op de vraag; wanneer gebruik je een statief?
Erwin vertelt: je gebruikt een statief wanneer je sluitertijd langer is dan 1 gedeeld door je brandpunt. Dus, als je met een 35 mm lens fotografeert ligt die grens bij 1/35. Gebruik je een 80 mm lens, dan ligt die grens bij 1/80. Natuurlijk zijn dit richtlijnen en verschilt het per persoon hoe vast je hand is. Daarnaast zijn er hulpmiddelen verkrijgbaar, de zogenaamde Image Stabiliser (I.S.), die de stabiliteit van je lens vergroten, waardoor je dus langer zonder statief kunt fotograferen.

Bij een aantal andere foto’s wordt aangegeven dat men niet tevreden is over de belichting of de compositie.
Erwin geeft aan dat je zonder de juiste apparatuur ook niet altijd het gewenste effect kunt bereiken. Direct flitslicht zorgt vaak voor een onnatuurlijke belichting, maar dit is soms wel te verhelpen met een aantal eenvoudige hulpmiddelen, zoals indirect flitsen met behulp van een ? (hoe heet zo’n ding Erwin?) (Een reflectiebord, Edwin) dat het licht weerkaatst, zodat het wel op je onderwerp valt maar niet rechtstreeks, of door gebruik te maken van aanwezige clubleden die achter of naast het onderwerp kunnen flitsen op het moment dat jij de foto maakt.

T.a.v. de compositie, wat wil je op de foto hebben en wat niet.
Erwin hanteert de vuistregel: alles wat niets bijdraagt aan je onderwerp kun je weglaten op de foto. Voeg dus geen dingen toe die niets met het onderwerp te maken hebben.
En ja, je kunt in zo’n tuincentrum natuurlijk niet alles gaan verplaatsen om de voor jou ideale situatie te creëren. Dus ben je gebonden aan de opstelling die door anderen is gemaakt en daardoor word je beperkt in de mogelijkheden tot het maken van een foto zoals jij dat zou willen.

Andere dingen die vanavond, natuurlijk, de revue passeren zijn begrippen als scherptediepte en brandpunten. Maar voor uitleg hierover verwijs ik de lezer naar het vorige verslag, daarin komen deze begrippen uitgebreid aan de orde.